Onvoorzien asbest
Bij het saneren van de geinventariseerde asbesttoepassingen kan er toch nog onvoorzien asbest worden aangetroffen. Dit dient door het asbestverwijderingsbedrijf gemeld te worden aan het inventarisatiebureau. Het inventarisatiebureau kan op locatie langskomen om het onvoorziene asbest te inventariseren en rapporteren zodat de asbestsaneerder het aangetroffen asbest alsnog kan verwijderen.
Op grond van de aard van het aangetroffen asbest en / of de asbesthoudende producten, de wijze waarop deze in de constructie zijn bevestigd en de omgevingsomstandigheden kan, een indeling in één van de drie risicoklasse (1, 2, 2A) voor verwijdering worden gemaakt.
De gegevens van een asbestinventarisatie kunnen worden gebruikt om een beeld te vormen van de eventuele gezondheidsrisico's en om een indicatie te verkrijgen van de kosten van een eventuele asbestsanering.
Direct en niet-direct waarneembaar asbest
Bij direct waarneembaar asbest worden alle asbesttoepassingen verstaan die direct visueel waarneembaar zijn of die m.b.v. licht destructief onderzoek waar te nemen zijn. Bij licht destructief onderzoek wordt de bouwkundige integriteit van het bouwwerk of object niet aangetast. De Deskundig Inventariseerder Asbest (DIA) onderzoekt d.m.v. destructief onderzoek alle asbesttoepassingen die de inventariseerder, op basis van zijn deskundigheid als asbestverdacht beschouwd.
Voorheen werd dit een asbestinventarisatie type-A genoemd.
Bij niet-direct waarneembaar asbest worden alle asbesttoepassingen verstaan die niet direct visueel waarneembaar zijn of die m.b.v. licht destructief onderzoek niet waar te nemen zijn en alleen door zwaar destructief onderzoek met aantasting van de bouwkundige integriteit kunnen worden opgespoord. Bij zwaar destructief onderzoek kan de bouwkundige integriteit van het bouwwerk worden aangetast. Met destructief onderzoek wordt onderzoek gedaan naar vermoedelijk aanwezig verborgen asbest.
Voorheen werd dit een asbestinventarisatie type-B genoemd.